Transitievergoeding en vakantiegeld

Transitievergoeding en vakantiegeld

Transitievergoeding en vakantiegeld — hoe is dat geregeld? Vakantiegeld is een term voor de toeslag die de werknemer jaarlijks ontvangt van de werkgever. Dat betekent dat voor elke maand dat je als werknemer in dienst bent, er minimaal 8% over het verdiende loon per maand apart wordt gehouden. Dit bedrag komt uiteindelijk jaarlijks bij de werknemer terecht, meestal in mei of juni. Dit ligt aan de onderlinge afspraken met de werkgever; deze zijn terug te vinden in de arbeidsovereenkomst of de cao (collectieve arbeidsovereenkomst).

Bij de rekensom van de transitievergoeding (1/3 maandsalaris x het aantal jaren dat je als werknemer werkzaam bent geweest) moet, als dat nog niet het geval is, de 8% vakantiegeld worden meegenomen. Oftewel: bruto maandsalaris x 1,08. Meestal is het zo dat de werkgever dit al netjes heeft verwerkt in de loonstrook.

Een voorbeeld: een werknemer krijgt jaarlijks in mei het vakantiegeld uitgekeerd. Het loon van de werknemer bedraagt € 2.000,- en het vakantiegeld dat apart wordt gehouden is 8% per maand. De werknemer wordt ontslagen en per 1 januari eindigt het dienstverband. De rekensom is als volgt: van juni tot december wordt er vakantiegeld apart gehouden, dus zal er over 7 maanden vakantiegeld worden uitgekeerd bij de eindafrekening.

De uiteindelijke eindafrekening van de transitievergoeding en het opgebouwde vakantiegeld wordt voldaan bij het einde van het dienstverband. Over de uitbetaling van het vakantiegeld kunnen eventueel nog aanvullende afspraken worden gemaakt tussen werkgever en werknemer.

Indien je nog vragen hebt over dit onderwerp, twijfel dan niet om contact met ons op te nemen!

Bereken hier je
transitievergoeding